Het is een bekende vraag voor iedereen: “Wat wil je later worden?”
Mijn antwoord was standaard: “Eh… Iets met scheikunde.” Een sociaal geaccepteerd antwoord voor iemand die scheikunde studeert, toch? Wat ik in mijn hoofd eigenlijk zei: “Weet ik veel, waar kan ik uit kiezen?” Uiteindelijk ben ik goed op mijn plek terechtgekomen: een vierjarig onderzoek voor het behalen van een doctorstitel (PhD) als eerste echte baan.
Iets met…
Maar wat dóé je dan de hele dag?
Veel banen hebben een duidelijke omschrijving. Een docent geeft les. Een manager geeft leiding aan mensen op de werkvloer. Een arts maakt mensen lichamelijk of mentaal beter. Maar ‘onderzoek doen’ is vaag. Ik denk ook dat daar het probleem van de vraag ‘wat je wil worden’ ligt. Als je antwoordt: “Onderzoeker, in iets met scheikunde”, is het heel moeilijk om je een voorstelling te maken van wat je dan precies gaat dóén.
Ik vind het zelf ook lastig hoor, vertellen wat voor werk ik doe. Het antwoord gaat al snel over de inhoud, en dat is dan weer veel te gespecialiseerd om meteen te kunnen begrijpen. Maar als ik nu eens een poging doe om te vertellen hoe het is om onderzoek te doen, dan kun jij bedenken of het je leuk lijkt dat ook ooit te doen.
Hopelijk heb je niet zo’n stereotiep beeld in je hoofd van kleine kamertjes met allemaal supermegaslimme mensen die in hun eigen wereldje zitten en af en toe verdwaasd de wijde wereld in kijken. Zo wel, dan hoop ik dat in de komende serie blogs te veranderen 🙂
Daar gaan we dan, een kijkje in de wereld van een PhD-kandidaat…
Een standbeeld in Oslo
Stage
Laten we eerst even een stapje terug doen. Na mijn bachelor scheikunde en een bestuursjaar bij de studievereniging ben ik begonnen aan de onderzoeksmaster Nanomaterials: Chemistry and Physics. Deze master bestaat voor het grootste deel uit onderzoeksstages: een grote stage van een jaar waar ik mijn scriptie over geschreven heb en een korte stage van vijf maanden op de Universiteit van Oslo. Zo word je in twee jaar opgeleid tot zelfstandig onderzoeker. Toen halverwege mijn masteropleiding de prangende vraag begon te komen wat ik na mijn studie wilde doen, had ik dus al tijd genoeg gehad om me te realiseren dat ik onderzoek doen erg leuk vond en daar wel mee verder wilde.
Ik heb er dan ook voor gekozen om na mijn stage in Oslo terug te gaan naar de onderzoeksgroep waar ik mijn grote stage heb gedaan voor een promotieonderzoek. Dus, daar zat ik dan oktober vorig jaar, achter mijn nieuwe bureau (groot en in hoogte verstelbaar!) in een van de ‘open offices’ van het David de Wiedgebouw op Science Park de Uithof. Klaar voor mijn eerste baan: onderzoeken.
Lezen

Maar waar begin je dan? Ik had niet meer dan twee A4’tjes projectomschrijving en de ervaring van het onderzoek in mijn master. Ik moet eerlijk zeggen dat die twee A4’tjes niet echt geruststellend waren aangezien het een heel globale beschrijving van mijn project was: ‘we gaan een systeem ontwikkelen dat individuele katalysatordeeltjes op hoge snelheid kan analyseren en scheiden’. Ik heb wel een paar keer gedacht “Oké… leuk… en nu?!”
Inlezen! De wereld van de wetenschap draait om nieuwe ontdekkingen doen en daarover publiceren. Als je dus wilt weten wat er al gedaan is en wat juist niet, dan begin je met het lezen van relevante publicaties. Eigenlijk zoals je begint voor elk essay, werkstuk en onderzoek. Wel saai… alleen maar lezen. En vooral heel vermoeiend. Aan het einde van de derde publicatie weet je al niet meer precies wat er in de eerste stond.
Maar door al dat lezen krijg je wel een steeds beter beeld van het werkveld en welke kant je op wil met je onderzoek. Daarna komt de leuke fase! Het grote ik-probeer-maar-wat-en-dan-zien-we-wel-tijdperk kan beginnen. Zo ging ik vol goede moed aan de gang met de synthese van 100 nanometer grote kubusjes van zilver (zoek maar eens op: colloïden). En wat denk je? De eerste poging lukte meteen! Beetje jammer dat de vijf pogingen daarna mislukten…
De volgende keer zal ik vertellen waar mijn onderzoek over gaat en waarom ik bijvoorbeeld die zilverkubusjes ging maken.
Groetjes,
Anne-Eva
Heb jij een vraag voor Anne-Eva? Stel ‘m hieronder in de comments!