Interview met Ewald Breunesse, manager Energietransitie bij Shell Nederland
door Jasper Lozeman
Wie of wat inspireert u?
Ik heb een aantal grote inspiratiebronnen. Eén ervan komt van het Rocky Mountains Institute: Amory Lovins met zijn boek ‘Reinventing fire’. Vooral omdat wij ook vaak een beetje anders naar Amerika kijken, zeker nu. De andere bron van inspiratie, zeker op het gebied van energietransitie, die ik wil noemen is Jeremy Rifkin, die onder andere het boek ‘The hydrogen economy’ schreef.
U bent manager Energietransitie bij Shell Nederland. Hoe ziet uw werkdag eruit?
[lacht] Dat is een hele leuke, dat vraag ik mezelf ook weleens af. Mijn rol is om Shell te verbinden met de buitenwereld. Die buitenwereld is voor ons in eerste instantie: Nederland. Ik wijs initiatiefnemers van koolstofneutrale projecten op de mogelijkheden bij en binnen Shell. Shell doet graag mee in consortia en innovaties. Tijdens mijn presentatie vanmiddag heb ik een aantal voorbeelden laten zien van onze samenwerking met onder andere ISPT en Quintel.
Shell is daarnaast natuurlijk een mondiaal bedrijf dat actief is in heel veel landen. Aan mij ook de taak om Nederland binnen Shell International op de kaart te zetten. Als Shell iets wil op het gebied van innovatie, een pilot of een demonstratie, dan stel ik altijd voor om dat hier in Nederland uit te laten voeren. Nederland staat in de top vijf van de meest innovatieve landen ter wereld, dus het is logisch om innovatieve, koolstofneutrale projecten, hier uit te proberen. De kern van mijn zaak is dus ‘verbinding’.
Wat geeft u het meeste voldoening in het werk? Wat zorgt ervoor dat u met een glimlach naar huis kunt gaan?
Ik ga met een brede lach naar huis als ik ergens een groen vinkje onder zie staan: ‘Dit gaan we doen, dit gaan we uitvoeren.’
Kost het dan veel moeite om ergens een groen vinkje onder te krijgen?
Ja. Het gaat vaak om lange processen, zowel binnen Shell als daarbuiten. Vooral de samenwerkingsverbanden kunnen best complex zijn. Maar als het groene vinkje er dan is, ga ik echt met een brede lach naar huis, met een gevoel van: “Jongens, we gaan het gewoon in elkaar schroeven en laten zien dat het werkt.”
U heeft een master in Spatial- and Business Economics gedaan, en twintig jaar later een PhD afgerond. Hoe kwam u ertoe om na al die tijd nog een PhD te doen?
Ik ben gepromoveerd op een pensioenonderwerp. Als medewerker van Shell is het mogelijk om andere richtingen te verkennen, en zo was ik een aantal jaren bij het Shell pensioenfonds gedetacheerd. Zo’n uitstapje scherpt ook de creativiteit, want ik vroeg me ineens af: als we helemaal opnieuw zouden beginnen, zouden we dan het pensioenstelsel van Nederland nog steeds op deze manier inrichten? Het antwoord was ‘nee’. Dus kwam de volgende vraag: hoe zouden we dat dan wel doen? Mijn proefschrift was het resultaat van de nieuwe, frisse blik waarmee ik die vraag probeerde te beantwoorden. Ik heb er veel plezier aan beleefd om dat, inderdaad twintig jaar na mijn afstuderen, te mogen verdedigen aan de Vrije Universiteit.
Hoe was de overgang van het pensioenonderwerp naar het onderwerp van uw huidige functie; energietransitie?
Ik had geluk, ik ben er ingegroeid. Ten tijde van dat ik voor Shell Nederland bezig was met de elektriciteitsmarkt en samen met collega’s Shell Groene Stroom aan het oprichten was, begon er iets te ontstaan van energietransitie. Ik hield me steeds meer daarmee bezig, maar ik had ondertussen ook nog mijn andere werk. Op een gegeven moment werd het project van de energietransitie zo groot, dat er binnen Shell gezegd werd: kom het maar fulltime doen. Dat bepaalt ook voor een groot deel het plezier dat ik in mijn functie heb: ik heb het mede mogen ontwikkelen.
Dus het is echt een beetje uw ‘ding’ geworden?
Ja, dat kun je wel zeggen. Ik ben er rond 2002 mee gestart, dus ik ben er nu al ruim vijftien jaar mee bezig.
Het woord ’transitie’ suggereert iets tijdelijks. Wanneer denkt u dat uw functie overbodig raakt en dat de transitie compleet is?
Eigenlijk zou ik het liefste zien dat mijn functie morgen overbodig wordt. Niet omdat ik een hekel heb aan mijn baan, integendeel: ik doe mijn baan met heel veel plezier. Maar het gaat er niet om wanneer de energietransitie voltooid is. Het antwoord daarop is: ‘waarschijnlijk nooit’. We zullen straks wéér door een transitie gaan en dan weer een andere transitie meemaken. Maar de transitie zoals we die nu kennen, naar een koolstofneutrale samenleving, met een klimaatneutrale energieoplossing; die ontstaat pas als je alle partijen op één lijn krijgt. Dat iedereen begrijpt dat je koolstofneutraal moet leven en werken, dat het gewoon bij iedereen automatisch ingebakken zit. Vanaf het onderwijs tot en met de uitvoering in de bedrijven: pas wanneer iedereen koolstofneutraal leven en werken vanzelfsprekend vindt; pas als het een onderdeel is van eenieders studie, eenieders baan; dán ben ik overbodig. [lacht] En mag ik, hopelijk, met pensioen.